In het kader van het Europese Erasmusuitwisselingsprogramma (Erasmus+) ontvangt Lerarenopleiding van Thomas More Mechelen elk jaar leerkrachten in opleiding uit verschillende Europese landen. Deze studenten lerarenopleiding komen voor een semester of een heel academiejaar. Hun programma bestaat uit het volgen van cursussen enerzijds en stagelopen anderzijds. Studenten volgen in de mate van het mogelijke cursussen uit het reguliere aanbod van kleuter- en lagere onderwijs (bv. Religie, Zingeving en Levensbeschouwing, Verdieping muzische talen, Inclusief Onderwijs uit het aanbod BAKO; Kind in de wereld, Kinderen van de Muzen uit het aanbod van BALO; Communicative skills as a European Teacher en Intercultural Communication uit het Engelstalige aanbod). Ze krijgen een beperkte basiscursus Nederlands (Survival Dutch). Daarnaast is het praktijkaspect voor deze studenten een belangrijk onderdeel van hun Erasmusprogramma, nl. ervaring opdoen in een Vlaamse basisschool. Het is iets waar ze erg naar uitkijken omdat het hen een reële inkijk geeft in het dagdagelijkse onderwijs van bij ons. Meteen is dit ook de grootste uitdaging voor hen, niet in het minst omdat ze de taalbarrière moeten te zien overwinnen.
 

 
Doelen van de stage
  • kennismaken met het Vlaamse onderwijs vanuit de praktijk gedurende een langere periode
  • een school van binnen uit leren kennen
  • de kans krijgen om echt contact te leggen en een band op te bouwen met kinderen
  • de kans krijgen om vanuit direct contact met een leerkracht zicht te krijgen op de invulling van het beroep hier en de beleving ervan
  • een band kunnen opbouwen met de mentor van de klas en geleidelijk aan als assistent een bepaalde (beperkte) rol kunnen opnemen in de klas
  • de kans krijgen om in een ‘anderstalige’ klas in een vreemd land de eigen onderwijsvaardigheden te oefenen door kinderen te observeren, te begeleiden en eenvoudige activiteiten op te zetten
  • kennis maken met de bredere werking van de school: hoe werkt het team samen, welke zorgbeleid heeft een school, welke projecten bouwt een school uit, hoe ziet een klaslokaal eruit, hoe wordt het omgebouwd tot een leef- en leerruimte, waar en wanneer wordt er klasoverschrijdend gewerkt, hoe worden kinderen getoetst, welke visie heeft de school op onderwijs en hoe wordt dat concreet uitgewerkt, hoe werkt een school aan ouderparticipatie …
  • het eigen onderwijssysteem en de eigen onderwijservaring in vraag kunnen stellen door ondergedompeld te worden in een ‘Vlaamse’ context
Deze competenties worden geconcretiseerd in het stageverslag.

Op de afgesproken dagen zullen de studenten stagelopen. Hun stage speelt zich voornamelijk af in de betrokken klas, met taken/activiteiten in overleg met de mentor. Van hen worden geen extra taken als agenda invullen, bewaking op speelplaats e.d. verwacht, omdat ze als Erasmusstudent deze bevoegdheid niet kunnen overnemen. Indien het past binnen de gewoontes van de school, kunnen studenten ook in de leraarskamer terecht: voor hen een extra kans om Vlaamse leerkrachten te ontmoeten en met hen te praten over de job en het leven hier. In de loop van deze weken verwachten we van de studenten dat ze geleidelijk aan enkele activiteiten/lesjes uitwerken en realiseren, mogelijk met een klein groepje leerlingen. Veel hangt af van wat de mentor als mogelijk ziet en hoe het contact tussen student en mentor verloopt, waar er kansen zijn. Hoe de rol van de ‘Europees assistent’ zal ingevuld worden, ligt voor een groot deel in de handen van student en mentor. Als studenten zelf activiteiten gaan uitvoeren, volstaat het als voorbereiding een beknopte schriftelijke voorbereiding van de activiteit te maken en de activiteit met de mentor vooraf mondeling te bespreken.

Met ‘Een Europese assistent in je klas’ willen we binnen lerarenopleiding vorm geven aan deze aparte praktijkervaring voor buitenlandse studenten. Een Erasmusstudent in je klas ontvangen betekent o.a. gedurende een beperkte periode een anderstalige leerkracht bij in je klas, kennismaken en uitwisselen met een stukje Europa, een paar extra handen/ogen/ideeën bij de dagdagelijkse praktijk,… . Ongeacht hun beginsituatie (hun ervaringen als leerkracht-in-opleiding in hun thuisland kunnen immers heel erg verschillend zijn) kunnen deze toekomstige Europese leerkrachten een heleboel opsteken/leren/ervaren/vergelijken door een tijdje mee te draaien in een Vlaamse klas. Voor de ontvangende mentor is een dergelijke stage evenzeer een uitdaging: welke plaats kan deze student in mijn klas krijgen, hoe zullen we communiceren, hoe kunnen we het beste samenwerken… De stage ‘Een Europese assistent in je klas’ verschilt van de stage van een reguliere Vlaamse student: omwille van de verschillende achtergronden van de studenten willen we veel ruimte laten zowel voor student als voor mentor om samen te zoeken naar wat mogelijk is: observatie, participatie én realisatiemomenten zullen mekaar dus afwisselen om de doelen zoals ze hieronder staan geformuleerd te realiseren.

Semester 1

De stageweken lopen van begin oktober tot half december met een kennismakingsmoment gedurende de eerste geplande stagedag. Gedurende deze weken worden de studenten op dinsdagvoormiddag, donderdagvoormiddag en vrijdag (hele dag) vrijgeroosterd van lessen aan de hogeschool waardoor ze 4 halve dagen per week aanwezig kunnen zijn op de stageschool.

Semester 2

De stageweken lopen van half maart tot en met eind mei met een kennismakingsmoment gedurende de eerste geplande stagedag. De studenten lopen 2 volle dagen stage per week, met name op maandag en donderdag.

Stageverslagen

Het stageverslag omvat (uitgaande van de basiscompetenties van een beginnend leraar) attitudes en competenties die de studenten tijdens de stage moeten verwerven. Attitudedoelen rond het opvolgen van afspraken vormen een voorwaarde om te slagen voor stage. Daarom communiceren we telkens zo concreet mogelijk onze verwachtingen ten aanzien van de studenten. Gelieve problemen die zich hierrond voordoen (zo snel mogelijk) aan ons te melden zodat we tijdig het nodige kunnen doen. Bij het formuleren van het stageverslag hebben we getracht eenduidig te zijn. Om een juiste interpretatie van het functioneren van de student mogelijk te maken, is het van groot belang om voldoende toelichting te geven op de daarvoor voorziene plaatsen. Na de (inloop-)stage wordt het verslag meegegeven en besproken met de student. Dit gebeurt bij voorkeur op de laatste stagedag (en ten laatste een week nadien). Gelieve het stageverslag te voorzien van een handtekening en stempel van de school. Als u het verslag enkel digitaal invulde, vragen we u het door te mailen naar zowel de student als de a (zie contact). De mentor bewaart veiligheidshalve een kopie van de ingevulde stageverslagen. Bedenkingen bij het opzet van de stage zijn altijd welkom. Bezorg ze afzonderlijk zodat dit volledig losstaat van de begeleiding van de student.

Derde jaar

Stageverslag Stage eerste leerjaar

Stageverslag Keuzestage (nog geen document beschikbaar)

Opmerking bij verslag keuzestage: Indien het stageverslag moeilijk hanteerbaar is binnen een specifieke stagecontext, mag er een eigen verslag gemaakt worden. Het is wel belangrijk dat de competenties die aan bod kwamen binnen de stage voldoende beschreven worden.